Vetstofwisselingsstoornis betekent dat er iets mis is in de stofwisseling van vetten zoals cholesterol en triglyceriden in het bloed.
Vetten zijn voedingsstoffen die enerzijds materiaal leveren voor de opbouw en reparatie van het lichaam maar ook dienen als brandstof . De vetten in het voedsel bestaan voornamelijk uit triglyceriden, en kleine hoeveelheden andere vetten waaronder cholesterol. Triglyceriden zijn samengesteld uit Glycerol en drie vetzuren; zij komen voor in natuurlijke vetten en oliën. Op grond van de chemische samenstelling spreekt men van verzadigde, onverzadigde (enkelvoudig of meervoudig) triglyceriden, of transvet. Bij een te hoog gehalte van vetten in het bloed spreekt men van hyperlipidemie; een teveel aan cholesterol noemt men hypercholesterolemie, en een teveel aan triglyceriden hypertriglyceridemie. Vetten kunnen niet oplossen in water; bloed is een waterige vloeistof waardoor vet niet in bloed kan oplossen om vervoerd te worden. Alle vetten worden in bloed vervoerd als kleine druppeltjes omgeven door speciale eiwitten(lipoproteinen) die in de lever en de darmen worden gemaakt.
Er zijn verschillende soorten lipoproteinen:
chylomicronen, very-low-density lipoproteinen (VLDL-deeltje), low-density-lipoproteinen (LDL), en high-density lipoproteinen (HDL-deeltje); alle deeltjes tezamen noemt men het totaal-cholesterolgehalte. Zoals de naam al aangeeft verschillen de deeltjes in grootte en in vetsamenstelling. Of een” vet-lipoprotein” deeltje schadelijk is voor de vaatwand en zo een risico is op slagaderverkalking, en hart- vaatziekten is afhankelijk van de grootte en het vetgehalte. Hoe hoger het totaal – cholesterolgehalte, en met name het LDL-gehalte in het bloed
des te hoger de kans op hart- vaatziekten.
Ook een verhoogde concentratie triglyceriden en transvet is schadelijk voor de vaatwand.
HDL-deeltjes veroorzaken geen slagaderverkalking en hebben een beschermend effect op de vaatwand o.a. doordat zij het “slechte”vet uit de vaatwand verwijderen en vervoeren naar de lever om te worden verwerkt. Bij mensen met (centrale)obesitas, diabetes type 2 en het z.g. metabole-syndroom ( obesitas/diabetes/hogebloeddruk, en vetstofwisselingsstoornis) komt de combinatie van veel triglyceriden en laag HDL-cholesterol veel voor zodat deze mensen extra risico lopen op hart- vaatziekten.
De vetsamenstelling van het bloed wordt mede bepaald door de manier waarop men leeft. Zo zijn verzadigde vetten/transvet, obesitas, inactiviteit, roken, overmatige alcoholconsumptie belangrijke factoren die een negatief effect hebben op een gunstige vetsamenstelling van het bloed. Naast leefstijl zijn er ziekten , bijvoorbeeld een traag werkende schildklier, diabetes mellitus, of een ziekte van de nieren of lever die de vetsamenstelling beïnvloeden.
Vetstofwisselingstoornissen kunnen ook het gevolg zijn van een erfelijke afwijking
Zoals bijvoorbeeld Familiaire Hypercholesterolemie, waarvan het voorkomen onder de Nederlandse bevolking wordt geschat op 1 op 500. Veranderen van een ongezonde leefstijl in een gezonde manier van leven is centraal in de behandeling van een vetstofwisselingsstoornis: gezond en matig eten, vermijden van overgewicht/obesitas, niet roken, voldoende regelmatige lichaamsbeweging en een zeer matig ( liefst geen) gebruik van alcohol.
Dit laatste is vooral van belang bij mensen met een hoog triglyceridengehalte. Afhankelijk van de ernst van de vetstofwisselingsstoornis kan het nodig zijn om naast bovengenoemde leefstijlmaatregelen cholesterol-, of triglyceriden- verlagende medicijnen te gebruiken.